Nadat er afgelopen jaar een lijst openbaar werd gemaakt met instellingen die onder verscherpt toezicht stonden ontplofte een deel van het internet. Zorgmedewerkers buitelden over elkaar heen om luidkeels te verkondigen hoe alles dat er mis gaat in de zorg een gevolg is van besluiten van bovenaf. Het beeld werd geschetst dat de integere en altruistische zorgmedewerker totaal geen invloed heeft op hoe lang een zorgvrager in zijn eigen urine blijft liggen, zij werkt immers keihard door zonder pauze voor een veel te laag salaris, met heel beperkte middelen. Zij zou met alle liefde meer willen doen, meer willen geven maar ook zij kan geen ijzer met handen breken. De discussie over welke besluiten exact ten grondslag liggen aan de soms abominabele toestand waarin zorgbehoevende ouderen in Nederlandse instellingen verkeren is niet nieuw, en de vingers van al het zorgverlenend personeel wijzen allemaal dezelfde kant op: richting de overheid en het (soms duurbetaalde) management.
Na meer dan 15 jaar op verschillende plekken in verschillende functies in de zorg te hebben gewerkt, kan ik niet anders dan het daar maar een klein beetje mee eens zijn. Er worden vanuit de overheid dingen besloten die geen verbetering van zorg tot gevolg hebben, er zitten managers op invloedrijke plekken die meer waarde hechten aan geld dan aan menselijkheid, de hoeveelheid lijsten die moet worden ingevuld is bizar, alle genoemde klachten zijn waar. Maar wat ik mis in de hele discussie is dat al die zaken niet de reden zijn dat er op sommige plekken zo waardeloos zorg wordt verleend. Of, geen zorg wordt verleend. Want hoe spijtig ook om te zeggen: dat komt door ons, door de handen aan het bed. Door ons als verpleegkundigen, verzorgenden, helpenden, en anders genoemde zorgverleners. Want verlenen wij wel echt goede zorg, met hart en ziel, met alles wat we hebben? Voor sommigen is dat zonder twijfel waar. Maar vraag jezelf eens af: geldt dat ook voor je collega? Voor al je collega’s?
Binnen de zorg heerst een cultuur van wegkijken. Wij doen en zien dingen waar we aan twijfelen, maar wij zeggen niets. Uit angst, uit onwetendheid, uit schaamte, uit onverschilligheid. De #genoeggezwegen-actie vanuit de Geboortebeweging kan zo overgenomen worden naar de zorg: ook wij moeten stoppen met zwijgen. Ik heb gezien dat collega’s meer sederende medicatie gaven dan toegestaan ‘want anders heb ik echt een kutavond’, ik heb gezien dat collega’s schreeuwden tegen verwarde mensen die zich met geen mogelijkheid kunnen verweren: ‘ze test me gewoon uit, dan moet je hard optreden’, ik heb gezien hoe een collega een hele nacht bewust iemand in haar eigen viezigheid liet liggen, hoe er sprake was van machtsmisbruik ‘jij krijgt je medicatie pas als jij even normaal gaat doen’, hoe mensen tegen hun zin in bed werden gestopt zodat de werknemer televisie kon kijken. Geen excessen, geen verzachtende omstandigheden, maar dagelijkse kost. Dit alles vond plaats bij psychogeriatrische zorgvragers: mensen die een vorm van dementie hebben en tot de zwaksten van de samenleving behoren. Een extreem kwetsbare groep die veel deskundige zorg behoeft. Het is onze taak als zorgverleners om niet alleen goede zorg te verlenen, maar ook een klimaat te creëren waarbinnen slechte zorg geen plaats vindt.
Een cultuurverandering kost tijd. Laten we beginnen met de hand in eigen boezem te steken en open zijn over onze misstappen. Wij zijn mensen en ons vak is zwaar, dat is geen excuus voor wangedrag maar wellicht een verklaring. Ik ben de eerste om toe te geven dat ook ik te vaak heb weg gekeken waar ik eigenlijk een zorgvrager in bescherming had moeten nemen. Het is mijn voornemen niet meer weg te kijken, nooit meer. Laten we onze stagiaires en leerlingen dusdanig onderwijzen dat het kleine vonkje van interesse in dit vak een fel vuur wordt, het zijn de mensen met passie die een verschuiving kunnen bewerkstelligen. Laten we stoppen met wijzen naar leidinggevenden, maar zelf doen wat binnen onze mogelijkheden ligt. Onze mogelijkheden zijn niet eindeloos, maar zeker ook niet zo beperkt als we doen voorkomen.
Wij kijken te veel weg maar waar we wel iets zeggen, worden we niet genoeg gehoord. Niet lang geleden legde ik een klacht over een uitzendkracht neer bij het uitzendbureau. Het was niet de eerste klacht over haar, wel de eerste die ik met ze deelde. Er was in mijn ogen sprake van ‘onheuse bejegening’ (ALS JE DAT NOG EENS DOET SLA IK JE, riep de uitzendkracht tegen een 96-jarige dame die zich erg bedreigd voelde door dit voor haar onbekende gezicht). Het uitzendbureau zei: Wij hebben nooit eerder klachten gehad. Een week later stond deze uitzendkracht weer op onze afdeling, bij dezelfde 96-jarige mevrouw. Verbetering van zorg verdient ieders inzet: van intercedent tot aan manager. Een betere wereld begint soms echt bij jezelf.