Ze was een van de betere collega's waar ik ooit mee werkte: zuster M. uit Amsterdam-Noord. Ze was kundig, geduldig, ontzettend warm, had hart voor de zaak, en stiekem was ik heel jaloers op haar moed om de meest complexe zorgvragers vol enthousiasme te benaderen. Ondanks al haar kwaliteiten ontbeerde ze een talent waar je in de zorg niet zonder kan: het vermogen taal onderdeel te laten worden van de zorg die je levert. Ze kon het niet van nature, gelukkig voor haar valt het wel te leren.
Taal is het middel waarmee wij met elkaar communiceren binnen de zorg, zowel in woord als in schrift. Wij rapporteren, mailen, overleggen, doen meerdere keren op een dag een overdracht, maar wat we het meest van al doen is gewoon praten. Met elkaar, over de zorgvragers. Hoe doe jij dit eigenlijk, hoe was ze vandaag, wat vind jij hier van, is ze bij jou ook altijd zo boos? En in ogenschijnlijk heel onschuldig bespreken wat jouw mening is over deze en gene kan een groot gevaar schuilen als je je niet bewust bent van hoe zwaar taal kan wegen en de verschillen die het kan maken.
Een van die gevaren is de self-fulfilling prophecy: als jij een zekere mevrouw die niet zo meegaand is als jij zou willen het label 'onrustig en agressief' geeft, werkt dat door. Het heeft invloed op hoe jij haar benadert, op hoe een ander haar benadert, en daarmee kan jouw mening over haar de zorg die zij ontvangt voorgoed veranderen. Met een open vizier een ander tegemoet treden is wat we wensen, in de realiteit zijn we allemaal gevoelig voor meningen van anderen, voor al wat we horen en zien, en worden er beelden in ons hoofd geïmplementeerd zonder dat we ons daar bewust van zijn. En dat kan resulteren in een benadering die niet past bij wat zij nodig heeft, jij ziet immers niet meer waar haar behoeftes liggen, met als gevolg boos en agressief gedrag. Zo werk jij in de hand dat zij gedrag gaat vertonen wat jij 'altijd al hebt gezien' en deze mevrouw zal zich niet meer los kunnen worstelen van het beeld dat van haar is ontstaan. Elke negatieve uiting van haar, zelfs zo klein als 'Ik wil niet hier zitten', zal in het licht van haar beeld worden gezien, soms met een toename van sederende medicatie en in extreme gevallen fixatie tot gevolg. 'Ze heeft enorme loopdrang, is wéér onrustig..' Zou jij niet onrustig worden als je je onvriendelijk behandeld voelde? Als je je onveilig en verdrietig voelde? Zou je niet weg willen lopen, op zoek naar ergens waar je wel gezien wordt?
Onze geliefde zuster M. schreef ooit een medicatiewijziging voorgeschreven door een arts zo onzorgvuldig in het dossier dat er medicatiefouten op de loer lagen. 'Meneer mag een oxycontin meer' schreef zij. Wat ze had willen schrijven was 'Meneer mag geen oxycontin meer'. (En wat ze had moeten schrijven was natuurlijk 'P/o arts stop oxycontin'.) De onzorgvuldigheid werd snel hersteld door een oplettende collega, maar het onderschrijft wel het belang van voorzichtig zijn met je woorden: wat wil je precies zeggen, en is je boodschap helder genoeg voor de ander? Heb je wel genoeg tijd besteed aan jouw boodschap?
Ook zijn er de ondermijnende woorden, die (soms goedbedoeld, meestal ronduit bot) altijd een weerslag hebben op degene die zorg ontvangt. Het feit dat de ander zich in een kwetsbare positie bevindt is des te meer reden om je woorden af te wegen, om je best te doen om het verschil in macht tussen jullie te verkleinen en de ander meer in zijn kracht te laten staan. Zou jij je gesteund voelen tijdens je bevalling als de gynaecoloog roept dat het 'op deze manier nooit gaat lukken' terwijl jij keihard je best doet? Of dat jouw kindje 'het niet meer naar haar zin heeft in jouw buik'? Heb je niet juist dan aanmoediging nodig, iemand die naast je staat en in je gelooft, en als het zo ver komt dat er sprake is van foetale nood exact dat benoemt, zonder waarde-oordeel, en met jou overlegt over de verdere stappen zodat jij enige regie houdt over jouw bevalling, over jouw verhaal? Ooit vroeg ik een arts of ik alsjeblieft een meting – die onderdeel van het te volgen protocol was, maar mij enorm tegen stond – mocht overslaan. Het was een tijd waarin iedereen om mij heen grootse besluiten nam over mijn lichaam, ik voelde me intens kwetsbaar, en deze arts zei: 'Natuurlijk. Jij bent nog steeds de baas.' Niet alleen had hij gelijk, ook wist hij precies wat hij moest zeggen op welk moment. Wat hij daar zei, draag ik nog steeds met me mee. Ik koester zijn woorden.
Woorden zijn veel meer dan een communicatiemiddel. Ze kunnen verbinden en verscheuren, kwetsen en helen, ontroeren en vermurwen. Iedereen heeft een verhaal. Elk mens dat van jou afhankelijk raakt, om wat voor reden dan ook, heeft een verhaal. Het is niet aan ons dat te herschrijven, slechts om op gepaste afstand dat verhaal te respecteren en in ere te houden. Your words matter, choose them carefully.