1.

Weet je nog hoe het voelde? Jouw hart onder het mijne, hoe je groeide op mijn ritme, hoe mijn stem alles suste, hoe mijn baarmoeder alles dempte. De stilte en het donker, de rust van wij samen, het groeiende geluk. In de verte de stem van je papa, het gelach van je broers, de muziek van ons leven, alle liefde van de wereld.

Weet je nog toen dat veranderde, veel te vroeg? Die ene dag in april, toen de zon scheen en de lente zich liet ontluiken. Toen mijn lichaam het liet afweten en jouw hart steeds minder hard klopte. Steeds minder, om uiteindelijk stil te staan. Toen jij werd geboren, in een ziekenhuiskamer waar de stilte harder viel dan het donker. Waar onze harten braken terwijl jij vocht voor je leven, voor je bestaansrecht, alles om bij ons te kunnen blijven. En wij hoopten en wachtten en smeekten en huilden, wij deden wat we konden maar het was aan jou om te overleven, het was jouw tijd om te stralen.

Ik zie nog voor me hoe je daar lag, als een echte pasgeborene met de geur van nieuw leven, de frons in je gezicht en het bloed nog op je hoofd. En wij om je heen, de stem van je papa, het gelach van je broers, mijn stem die alles suste. We hielden je vast en we lieten je ons ruiken, we zongen de muziek van ons leven voor je, we kusten je, we gaven je alles, alle liefde van de wereld, en meer. Maar je ging er niet van leven.

Met mijn ogen dicht kan ik terug halen hoe het was. Hoe het voelde als je schopte, hoe het golfde als je bewoog, het geruststellende geklop van een sterk kinderhart, de hoopvolle verwachting van een glorieuze toekomst, de complete onwetendheid van al wat nog zou komen. Van de paniek, de angst, de hoop, de woede, het verlies, het geluk, de tranen die geen oorsprong leken te kennen en de woorden die nooit een uitweg vonden. Woorden die nooit eerder gehoord werden, tot aan nu.

Dit is voor jou, dit is jouw verhaal.
Want je hoeft niet te leven om te kunnen stralen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.