6.

Zie je ze, lief meisje?

Zie je hoe je grootste grote broer nog steeds wekelijks tekeningen voor je maakt en zijn klasgenoten aanspoort hetzelfde te doen waardoor onze deur voortdurend vol hangt met tekeningen voor jou, met in de hoek van elke tekening het onzekere schrift van de naam van een kind dat net leert schrijven, hoe al die kinderen stuk voor stuk jouw naam kennen?

Zie je hoe je kleinste grote broer elke dag even op de stoel bij de eettafel klimt om zo op de plank aan de muur te kunnen kijken, jouw plank met jouw foto en kaartje en zelfs jouw as, om daar jouw voetafdrukken in gips te bewonderen en steeds opnieuw te benoemen dat jouw voetjes klein zijn en zijn voeten ‘heel gloot’?

Zie je hoe ze samen zijn? Hoe ze elkaar aan het lachen en aan het huilen maken, hoe ze ruzie hebben om het beste plekje op de bank, om een speelgoedauto, om de laatste banaan terwijl ze beide niet van banaan houden en er ook nog appel en peer is? Hoe ze samen hutten bouwen, torens van Duplo, zandkastelen, onmogelijke Kapla-bouwsels, en glijbanen vanaf de bank? Hoe ze kietelen en grapjes maken en fietsen en verstoppen en rennen en vallen en opstaan en de slappe lach hebben en boos worden om alles en om niets? Hoe ze elkaars hand vasthouden als ze oversteken? Hoe ze liefhebben en knuffelen en koesteren en zorgen, net zoals wij dat doen?

Zie je hoe jij hun zusje bent, bij hen hoort, bij ons hoort, hoe jij in volle glorie en vol enthousiasme bent opgenomen als volwaardig gezinslid, zie je hoe je hier mag zijn? Hoe ze jouw naam noemen, jouw naam roepen, jouw naam zingen, jouw naam fluisteren, hoe papa en ik soms jouw naam huilen?

Zie je hoe je hier bent?
Zie je, dat je bent?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.