2.

Elva ligt op me. Ik weet niet hoe lang, besef van tijd heb ik niet meer. Ik voel me gezegend: dit kleine meisje hebben wij gemaakt. Kind van licht en liefde, hun zusje, onze dochter, het leven voelt ondanks alles intens warm nu. Ik aai haar, ik ruik haar, ik verbaas me over de hoeveelheid donkere haartjes op haar hoofd, onbewust gedraag ik me exact zoals ik zou doen als ze had geleefd. Tom doet zijn shirt uit en legt haar op zijn blote borst. Knuffelt haar, kust haar, koestert haar, exact zoals hij zou doen als ze had geleefd.
Ze zitten naast mijn bed, ik aai afwisselend over zijn arm en haar gezicht. Soms rolt er een traan over iemands wang, en het doet er niet toe van wie, dit is ons kind en dit is ons verdriet en dit is ons moment en alle tranen zullen we eerlijk delen. Zo gaat dat in een goed huwelijk.

We krijgen een gehaakt dekentje van het ziekenhuis. Gemaakt door een vrijwilliger, speciaal voor ‘situaties als deze’. Mijn hart huilde een beetje toen de verpleegkundige dat zei, dit lot trof ook andere ouders. Ook andere ouders kregen een gehaakt dekentje omdat hun kind dood ging. Komt het nog wel goed met de wereld als er kinderen sterven, vraag ik me af. Het dekentje is grijs met roze.
Ik haat roze, maar dit vind ik het mooiste dat ik ooit heb gezien. Ik zeg dat ik denk dat Elva grijs met roze ook mooi had gevonden. Niemand spreekt me tegen.

Ze krijgt een eigen wieg. Eentje met een ingebouwd koelelement onderin, heel vernuftig.  Tom legt haar voorzichtig neer in de wieg, heel voorzichtig, zoals het hoort. Hij schuift haar muts weer op zijn plek als ze eenmaal ligt, trekt haar kleding wat recht, dekt haar toe met het gehaakte dekentje. Kust haar op haar voorhoofd, is de beste papa die er is, zoals altijd eigenlijk, en ik lig er stilletjes naar te kijken en het enige wat ik denk is: ik hoop maar dat zij roze wel echt leuk vindt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.